Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [40]Die de eerste is in zijn twistzaak, [schijnt] [41]rechtvaardig te zijn; maar [42]zijn naaste [43]komt, en [44]hij onderzoekt [45]hem. 40. Dat is, die in het geschil, hetwelk hij met zijnen naaste uitstaande heeft, in de voorbaat is, door eerst zijne zaak den rechter te openen en met redenen te bekleden. 41. Dat is, gelijk te hebben, welverstaande zolang als zijne partij nog niet is gehoord geweest. 42. Te weten, de verweerder. 43. Te weten, voor den rechter, om hem ook zijne zaak aan te dienen. 44. Te weten, de rechter, of de partij. 45. Namelijk zijnen naaste, dat is den verweerder, om hem mede te horen en te onderzoeken over hetgeen de eiser eerst voortgebracht had.